EBP Studio (L) Queer Community

Queer community, gender, seksualiteit, identiteit, bekkenfysiotherapie, bekken, bekkenbodem, fysiotherapie, fysiotherapeut, manueel therapie, manueel therapeut, EBP Studio Amsterdam Zuid Rivierenbuurt

Bij EBP Studio is iedereen welkom. Dat zeggen is één ding, het ook echt uitdragen is iets anders. Acceptatie, respect en inclusiviteit van de queer community gaan verder dan weten welke genders en vormen van seksualiteit er bestaan. Het gaat over het actief creëren van een veilige plek. Over educatie, inclusieve taal en infrastructuur.

Vanuit die gedachte is het belangrijk om stil te staan bij wat queer eigenlijk betekent. Volgens de Oxford English Dictionary verwijst queer naar mensen van wie de seksuele of genderidentiteit niet past binnen, of juist een uitdaging vormt voor, traditionele (vaak heteronormatieve) ideeën over seksualiteit en gender. Het is een term die zowel persoonlijk als collectief wordt gebruikt. In de LGBTQIA+ Wiki wordt queer beschreven als een label voor mensen die niet uitsluitend heteroseksueel zijn, voor mensen die het gebruiken in relatie tot hun genderidentiteit of -expressie, of voor wie andere labels te beperkend of verwarrend voelen. Voor veel mensen biedt het juist ruimte, omdat identiteit niet altijd vaststaat.

Seksualiteit en genderidentiteit

Binnen de queer community bestaan verschillende seksuele oriëntaties. Heteroseksueel betekent aangetrokken zijn tot een ander gender, homoseksueel tot hetzelfde gender. Lesbisch wordt gebruikt door vrouwen en non-binaire mensen die zich aangetrokken voelen tot vrouwen. Biseksueel betekent aantrekking tot twee of meer genders, vaak de twee binaire genders. Panseksueel gaat over aantrekking tot mensen, ongeacht gender. Aseksuele mensen ervaren weinig of geen seksuele aantrekkingskracht, terwijl demiseksuele mensen die pas voelen wanneer er een sterke emotionele band is. Polyseksueel betekent aangetrokken zijn tot meerdere, maar niet alle genders. Geen van deze termen is beter of duidelijker dan een ander; ze geven woorden aan verschillende ervaringen.

Om hier zorgvuldig mee om te gaan, helpt het om onderscheid te maken tussen sekse, genderidentiteit en genderexpressie. Sekse gaat over biologische kenmerken, zoals chromosomen, hormonen en geslachtskenmerken. Genderidentiteit is hoe iemand zichzelf ervaart, bijvoorbeeld als man, vrouw, non-binair of iets daarbuiten. Genderexpressie gaat over hoe iemand zich naar buiten toe presenteert, via kleding, gedrag en stijl. Non-binaire mensen passen niet binnen de traditionele verdeling van man en vrouw. Bij transmannen en transvrouwen komt de genderidentiteit niet overeen met het geslacht dat bij geboorte is toegewezen. Genderfluid mensen ervaren hun gender niet altijd hetzelfde, en agender mensen voelen zich juist niet verbonden met een gender.

Dit is uiteraard slechts een beknopte beschrijving van de verschillende vormen van seksualiteit en gender. Woorden en definities kunnen helpen, maar ze vertellen nooit het hele verhaal. Wie echt wil begrijpen hoe iemand zijn, haar, hun of diens identiteit beleeft, ervaart en vormgeeft, zal het gesprek moeten aangaan. Dat vraagt om openheid, nieuwsgierigheid en de bereidheid om te luisteren zonder oordeel. Juist die houding maakt een gesprek veilig en geeft ruimte aan iemands eigen verhaal.

Inclusieve taal

Taal speelt hierin een grote rol. Pronouns zijn daar een belangrijk onderdeel van. Naast hij/hem en zij/haar gebruiken veel mensen genderneutrale pronouns zoals hen/hun of die/diens. Sommigen gebruiken meerdere pronouns, bijvoorbeeld hij/hen. Door naar iemands pronouns te vragen, of door zelf je pronouns te delen laat je zien dat er ruimte is voor ieders identiteit. Ook helpt het om in communicatie bewust te kiezen voor genderneutrale woorden, zoals “hey iedereen”, “lieve mensen” of “beste lezer”.

Inclusiviteit zit vaak in kleine, dagelijkse keuzes. Gebruik iemands naam en zet de persoon voorop. Zeg “een persoon met een handicap” in plaats van “een gehandicapte”. Woorden als mannelijk en vrouwelijk zijn sterk binair; termen als masculien en feminien laten meer ruimte voor nuance. Sta ook stil bij hoe taal kan kwetsen. Uitspraken als “dat is echt zo gay” lijken misschien onschuldig, maar versterken stereotypes en doen meer pijn dan vaak wordt beseft. Het is goed om jezelf af te vragen wat je daar eigenlijk mee bedoelt.

Wat te doen als je een fout maakt

Fouten maken hoort erbij. Misgendering of deadnaming (iemands oude naam gebruiken) kan gebeuren, maar hoe je ermee omgaat maakt het verschil. Geef het toe, corrigeer jezelf en bied eventueel excuses aan. Maak er geen groot ding van, maar neem de verantwoordelijkheid om het de volgende keer beter te doen.

Discriminatie is voor veel queer mensen nog steeds dagelijkse realiteit. Zie je het gebeuren, dan kan je ondersteunen, de situatie stoppen of de-escaleren, melden wat er gebeurt en vastleggen wat je hebt gezien. Door actief bij te dragen aan educatie, inclusieve taal en een veilige infrastructuur, dragen we samen bij aan een omgeving waarin iedereen zich welkom en gezien voelt. Niet alleen in woorden, maar ook in daden.

Artikelen